gespannen

bijv.naamw.

Uitspraak:

[xeˈspɑnə(n)]

1) als je onrustig bent - tense, tight, nervous

gespannen zijn voor een examen - be uptight before an exam

2) (van een toestand) als iets naars dreigt te gebeuren - tense, charged, explosive

een gespannen sfeer - a strained atmosphere

op gespannen voet staan met iets (=in tegenspraak zijn met iets) - be on bad terms with (someone) Tabaksreclame staat op gespannen voet met het terugdringen van longkanker. - The tobacco commercials clash with a stride against lung cancer.

© K Dictionaries Ltd.

gespannen

strained ; stressed ; stressed-out ; tense ; uptight ; taut ; tight

Bronnen: interglot; Trueterm; Diving dictionary




NL: explosief
NL: geladen
NL: gestressd
NL: nerveus
NL: opgejaagd
NL: overspannen
NL: strak
NL: zenuwachtig

NL: gespannen verhoudingen EN: strained relations
NL: met gespannen aandacht EN: with close attention
NL: gespannen verwachting EN: tense expectation
NL: de verwachtingen zijn hoog gespannen EN: there are great expectations
NL: op gespannen voet staan met EN: be at daggers drawn with